Website van Hubert Klaver
Interview Oosterpoorter
De Oosterpoorter januari 2002
'Potverdorie is me dan weer te slap'
Bij Wildschut ligt een literaire cd met de titel 'Annie, een dame vol verrassingen' op de toonbank. Nieuwsgierig geworden besluit Kes Bosma tot een gesprek met de maker van deze bijzondere cd, Hubert Klaver (51).
In een begeleidend schrijven over de ontstaansgeschiedenis van zijn cd meldt
Hubert: “Ik ben nogal experimenteel van aard en het geschrevene is altijd
een zekere weerslag van wat de schrijver op dat moment beroert. Zo wisselt mijn
humeur, ben ik nu eens serieus, dan eens ironisch en dan weer sarcastisch of
cynisch. Als je in een psychose zit kom je in gemoedstoestanden, die heel vlug
kunnen wisselen. Mij intrigeert het wat er allemaal in mij zit, dat in mijn
normale doen niet zo snel aan de oppervlakte komt. Dat betekent, dat ik heel
korte verhaaltjes moet schrijven, omdat die tonen en sfeertjes vaak moeilijk
vast te houden zijn. Vandaar de titel: 'Annie, een dame vol verrassingen.'
Hubert: “Het was mijn bedoeling om de Annie-verhalen zo verschillend mogelijk
te maken en dat heeft eigenlijk als achtergrond de psychiatrie. Als je psychotisch
bent kom je in de meest maffe gemoedstoestanden. Als je gezond bent kom je die
nooit tegen. Ik ben eigenlijk wel nieuwsgierig wat er in mij zit en of ik daar
iets van op papier kan zetten. Nu weet ik, dat dit niet helemaal te verwezenlijken
is, maar de verhalen zijn wel erg verschillend. Dat heb ik bedoeld met die verrassingen
in de titel.”
Op een gegeven moment kwam hij bij Kees Rietveld, een vriend van hem in Arnhem.
“Die jongen is muzikant en muziektherapeut en heeft thuis prachtige spullen
om een cd te maken, onder andere een synthesizer en een computer om alles in
te lezen, kortom een soort studio. Samen kwamen we op het idee om mijn verhalen
op muziek te zetten. Tegenwoordig komen er wel cd's op de markt met gedichten,
afgewisseld met muziek, maar nooit met muziek die daar speciaal voor gecomponeerd
is. Deze jongen heeft aan mijn verhalen muziek met speciale geluidseffecten
toegevoegd. Ik heb mijn verhaaltjes opgestuurd en ze later ingesproken en hij
heeft er in zijn vrije tijd bijna een jaar over gedaan om de muziek erbij te
schrijven.”
Mega Watje
Reinier Spreen, kunstmedewerker van het Nieuwsblad van het Noorden, schreef
zeer lovend over deze aparte cd en eindigde zijn artikel met: “Rietvelds
efecten zorgen voor de scherpe randjes aan deze bizarre wereld en zouden voor
Klaver de weg kunnen banen naar de radio”. Zo ver is het tot nog toe niet
gekomen, alhoewel Hubert wel cd's naar Radio Noord en OOG-radio heeft gestuurd.
Een reactie daarop heeft hij nog niet ontvangen. Ook voor uitgevers is dit een
nieuw medium, waaraan zij zich vooralsnog niet willen wagen. “Daarom brengen
we deze cd nu in eigen beheer op de markt en ik kan dat van mijn uitkering financieren,”
vertelt hij.
Tijdens zijn optredens verkoopt hij ze, maar ze zijn dus niet landelijk verspreid.
“Ik heb wel positieve reacties mogen ontvangen, onder andere van het NRC
Handelsblad, maar bij deze krant hebben ze geen ruimte genoeg om mijn verhalen
te plaatsen.” Tot nu toe heeft Hubert vierenvijftig cd's verkocht en hij
begint binnenkort met de tweede cd, die ook in eigen beheer zal worden vervaardigd.
“Het is een nadeel, dat je nog niet zo bekend bent, want mensen gaan toch
in eerste instantie op de naam af”, zegt hij met zin voor realiteit.
Hubert schrijft regelmatig korte verhalen en vult columns in tijdschriften zoals
'Noachs Kat', het Noord-Nederlands tijdschrift voor proza & poëzie
en de 'Klantenkrant', het magazine voor en door cliënten van de GGz Groningen.
Na een periode te hebben geschreven in Cultimo, een cultuurmagazine, heeft hij
voor 'Noachs Kat' de stijlfiguur (personage dus) Mega Watje bedacht, een column
waarin hij actuele onderwerpen aan de kaak stelt. In het nummer van november
2001 heeft hij een kritische column gewijd aan het fenomeen stadsdichter. In
de Klantenkrant haakt hij onder de titel 'Zwerver en …' in op de thematiek
van de zwervers. Hubert: “In het eerstvolgende nummer verschijnt een thema-artikel
over “Zwerver en het PGB”, het persoonsgebonden budget voor psychiatrische
patiënten.”
Meerstad
Hij is geen stad-Groninger, maar woonde tot zijn vijfentwintigste levensjaar
in Overdinkel, een klein dorpje in de buurt van Enschede. “Het is fantastisch
om in een klein dorp op te groeien, zeker in de tijd dat er nog weinig auto's
waren. Je had er veel ruimte. Ik zou niet graag kind in deze wijk willen zijn”,
zegt hij ”hier is alleen maar een hangplek. Nu zou ik niet meer terug
willen naar mijn geboortedorp, omdat er voor mij niets meer te beleven is. In
mijn jeugd zag ik al allerlei dingen naar de knoppen gaan. Je had met de Dinkel
een prachtig riviertje, dat door het landschap kronkelde. Dat werd recht getrokken
en al werd er gezegd, dat de Dinkel mooier dan ooit was, ik vond het verschrikkelijk.
Door de ruilverkaveling zijn er ook allerlei zeldzame plantjes verloren gegaan.
Ik zit er nog steeds op te hakken, want Meerstad zie ik ook helemaal niet zitten.
Er komen daar grote huizen met grote tuinen en alles wordt dermate groot opgezet,
dat openbaar vervoer niet rendabel wordt. Zo gaat er weer een stukje Nederland
naar de knoppen en ik moet niet denken aan de toestanden in de Randstad. Ze
willen nu een magneetzweeflijn, waar ik echt niet op zit te wachten. Je trekt
daardoor mensen uit het westen aan, waardoor de stad weer groter wordt, nieuwe
fabrieken worden gebouwd enzovoort.”
Sinds veertien jaar woont hij aan de Oosterweg in de Oosterpoort. “Ik
vind dit een prima wijk, lekker dicht bij het centrum en je bent ook gauw buiten
de stad. De Kop van de Oosterpoort hebben ze trouwens aardig verknald”,
zegt hij. “Ik vond dat een prachtig hoekje. Wat er nu staat krijgt dan
ook nog een prijs van de jury met architecten”, verzucht hij. “Laat
ze hier maar niet te veel hakken, want de variatie vind ik mooi. Het is een
stukje cultuurgeschiedenis van Groningen, dat je niet tegen de grond moet gooien.”
Na de middelbare school kwam hij naar Groningen om aan de Landbouwhogeschool
milieukunde te studeren, een opleiding die hij niet geheel afmaakte, doordat
hij psychotisch werd. “Een beetje gek” zegt hij met enige zelfspot,
“je komt dan in therapie en je verandert compleet als persoonlijkheid
en daarna heb ik me op de literatuur gestort. Ik heb wat opgestuurd naar de
Schrijversschool in Amsterdam, waar ik in principe werd toegelaten. Hier in
Groningen heb ik een paar cursussen gevolgd en nu ben ik onder andere regelmatig
te horen op de Schrijversschool in het kunstencentrum in de Oliemulderstraat.
Daar lees ik korte stukjes proza voor, die ongeveer drie minuten duren. Je weet
dan zeker dat je de mensen niet verveelt en mochten ze zich toch vervelen, dan
weten ze ook dat het snel afgelopen is”, zegt hij ironisch. “Dat
heb je toch met schrijven. Je kunt het niet iedereen naar de zin maken. In de
column over zwervers bijvoorbeeld wordt soms een taalgebruik gehanteerd, dat
wat grof is. Ik kwam hen regelmatig tegen in het inloophuis en werd er bijvoorbeeld
“Godverd” gezegd dan schreef ik dat ook op. Om er dan potverdorie
van te maken wordt me weer te slap. Dat blijf je houden, je trapt mensen op
de tenen ook al doe je het soms onbewust, want ik hou er niet van om te provocerend
te zijn.”
Landweggetje
Hubert kent zwervers, die in Dennenoord als psychiatrische patiënten worden
verpleegd. “Daar zitten heel schrijnende gevallen tussen”, vertelt
hij. “Aan dat soort mensen geef ik wel eens een gulden of een gulden vijftig,
want die zijn te onaangepast om De Riepe te gaan verkopen. Zelf ben ik een jaar
lang in een therapeutische gemeenschap opgenomen geweest, al waren er toen hele
ander ideeën over de behandeling. Je moest het in die tijd zonder medicatie
doen, terwijl men je nu volstopt met pillen. Als ik het af en toe niet meer
zag zitten deed ik een beroep op mijn vrienden. Op den duur was ik er hartstikke
zat van, ook al doordat ik zag dat anderen medicijnen kregen. Ik gebruik nu
een zeer lage dosis anti-psychotische middelen en dat bevalt me prima. Dat hadden
ze ook tien jaar eerder kunnen bedenken, maar toen waren er nu eenmaal andere
inzichten.”
We luisteren samen naar een paar verhalen van zijn cd en het is inderdaad een
openbaring om de combinatie van verhaal en muziek te beluisteren. Vooral zijn
weldoordacht en een beetje cynisch gedicht over een rustiek landweggetje, waarover
een brommer ronkt, spreekt mij erg aan en verhult niet zijn hang naar de natuur.
Kes Bosman